5.1 Verantwoording

Op 14 juli 2022 sloten het ministerie van OCW, de hogescholen en de universiteiten een Bestuursakkoord af. In dit akkoord stellen de drie partijen dat Nederland een sterk en toegankelijk stelsel van hoger onderwijs en wetenschap heeft, met een hoge kwaliteit over de volle breedte, gecombineerd met veel centra van excellentie. Om dit stelsel verder te versterken en een aantal knelpunten op te lossen, maakten partijen afspraken over de volgende onderwerpen:

  • Versterking van het fundament: starters- en stimuleringsbeurzen, sectorplannen, praktijkgericht onderzoek hbo, onderwijskwaliteit, internationalisering;

  • Ruimte geven aan talent: studentenwelzijn, werkdruk en sociale veiligheid;

  • Het vergroten van de maatschappelijke impact: kennisbenutting, aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, macrodoelmatigheid en vitalisering van krimpregio’s.

De afspraken gelden deels voor de gehele sector en zijn daarnaast deels specifiek voor de hogescholen respectievelijk voor de universiteiten gemaakt.

Om ruimte te geven aan het vrije ongebonden onderzoek is het van belang te investeren in het verhogen van de vaste voet voor onderzoek. Alle universiteiten ervaren knelpunten op dit punt. Echter, de positie van de drie relatief jonge universiteiten (Erasmus Universiteit Rotterdam, Maastricht University en Tilburg University) is als gevolg van de historisch gegroeide situatie extra knellend. Bij de verdeling van de middelen uit het Bestuursakkoord is dit onderkend en hebben deze universiteiten extra middelen ontvangen. Deze middelen zijn toegekend in de vorm van extra startersbeurzen en zijn daarmee bestemd. De toekenning van deze beurzen is aan voorwaarden onderhevig. Na twee jaar is een evaluatie voorzien waarbij de minister heeft aangegeven dat indien de evaluatie positief is de middelen toegevoegd worden aan de vaste onderzoeksbekostiging van de universiteit. Dit maakt dat de universiteit de eerste jaren beperkt wordt als het gaat om de inzet van deze middelen en niet de sturingsmogelijkheden heeft die nodig zijn.

Het is belangrijk op te merken dat de wijze van toewijzing van de middelen maakt dat de vastevoetproblematiek niet opgelost kan worden. Daarbij zij opgemerkt dat met de extra middelen, ook na toevoeging aan de vaste onderzoeksbekostiging, de vaste voetproblematiek slechts ten dele is opgelost.

Over verantwoording en monitoring zijn ook afspraken gemaakt. Over een aantal onderwerpen moet deze verantwoording in het jaarverslag van de instellingen afgelegd worden, op een herkenbare manier en in een apart hoofdstuk ‘Bestuursakkoord’.

In het Bestuursakkoord worden hiervoor de volgende onderwerpen genoemd:

1. Onderwijskwaliteit

De meerjarenbegroting van Tilburg University geeft inzicht in de doelen en besteding van de middelen voor de kwaliteitsafspraken. In het Bestuursverslag en de Jaarrekening 2022 wordt hierover verantwoording afgelegd, zie Hoofdstuk 3 voor een toelichting. Het Bestuursakkoord heeft in 2022 geen invloed gehad op de lopende afspraken.

2. Sociale veiligheid en inclusie

Sociale veiligheid en inclusie zijn belangrijke speerpunten binnen de nieuwe universitaire strategie. In paragrafen 2.3 Aandacht voor studentenwelzijn en 7.1 Human Resources van het Bestuursverslag wordt ingegaan op de wijze waarop Tilburg University zich in 2022 heeft ingespannen om een veilige en inclusieve studie- en werkomgeving te bieden aan studenten en medewerkers.

Tilburg University beschikt sinds eind 2019 over gedragsregels die onder andere vastleggen dat onveilig en grensoverschrijdend gedrag niet wordt getolereerd. Hiermee wordt voldaan aan de afspraak ter zake in het Bestuursakkoord.

3. Kennisbenutting

In 2022 is ten behoeve van de bevordering van kennisbenutting, ondernemerschap en (regionale) samenwerking onder meer een ‘Handreiking research contracting’ ontwikkeld. Hierin is een herziening van de stage- en scriptieovereenkomsten opgenomen en is het model Research Data Agreement ontwikkeld. Hiermee is voor medewerkers, studenten en contractspartners beter inzichtelijk welke rechten eenieder heeft in de omgang met intellectuele eigendomsrechten en vertrouwelijke informatie. Op strategisch niveau is ingezet op de doorontwikkeling van de academische werkplaatsen en de universitaire ecosystemen (zie hoofdstuk 6.1 en 62.).

4. Starters- en stimuleringsbeurzen

Tabel 5.1.1 Startersbeurzen

Startersbeurzen

Verdeling

JADS

1

TiSEM

33

TSB

23

TLS

22

TSHD

21

TST

1

Totaal

101

De beleids- en besluitvorming rond startersbeurzen hebben in 2022 plaatsgevonden. De verdeling van de beurzen over de faculteiten (minus 20% voor indirecte kosten) is gebaseerd op aantallen ingeschreven studenten. Dit leidt tot de volgende verdeling voor 2022:

In 2022 is beleid vastgesteld voor de toekenning van deze beurzen. Het aantal beschikbare startersbeurzen voor 2022 is lager dan het aantal UD’s dat hiervoor – op basis van het Bestuursakkoord – in aanmerking komt. De faculteiten zijn in gesprek met alle UD’s die in aanmerking komen.

Doelen uit het bestuursakkoord zijn werkdrukverlaging en het stimuleren van ongebonden onderzoek. We hebben dit als universiteit vertaald in de volgende beleidsuitgangspunten voor de verdeling van startersbeurzen:

  • Het stimuleren van ongebonden onderzoek, het verlagen van de werk-, competitie- en aanvraagdruk (Uitgangspunt werkdruk);

  • Aansluiten op de strategie van Tilburg University en de eigen faculteit, de bestaande wetenschappelijke programma’s en het bevorderen van interdisciplinariteit (Uitgangspunt beleidscongruent);

  • Het belang van de balans tussen onderzoek en onderwijs en het bevorderen van team science (Uitgangspunt Erkennen & Waarderen); en

  • Het voldoende beschikbaar blijven voor het geven van onderwijs (Uitgangspunt Solidariteit en Kwaliteit).

In december 2022 is een groot aantal startersbeurzen voorwaardelijk toegekend, dat wil zeggen op voorwaarde dat de UD een door de decaan/Academic Director JADS goedgekeurd bestedingsplan opstelt. Voor goedkeuring wordt (uitsluitend) getoetst op de hierboven genoemde uitgangspunten en op uitvoerbaarheid van het plan. Toekenning van de overige beschikbare beurzen vindt begin 2023 plaats. Bestedingen van beurzen (niet zijnde indirecte kosten) hebben nog niet plaatsgevonden in 2022.
In het vervolgtraject wordt nog verder richting gegeven aan implementatie, monitoring en evaluatie.

In 2022 zijn nog geen stimuleringsbeurzen toegekend; de beleids- en besluitvorming hierover worden begin 2023 afgerond.

5. Profilering en samenwerking: sectorplannen

Tilburg University neemt deel aan het Sectorplan SSH, bestaande uit deelplannen voor Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MAGW), voor Geesteswetenschappen (GW) en voor een SSH-breed dwarsdoorsnijdend thema.

Bij de inzet van de OCW-middelen ligt de focus op het creëren van vaste aanstellingen voor extra UD’s op de geprioriteerde thema’s uit het sectorplan. Daarnaast wordt via een opslag op de UD-salarislasten geïnvesteerd in doorstroommogelijkheden van de UD’s naar UHD-posities. Voor de rapportage over de besteding van Sectorplanmiddelen is landelijk nog geen format vastgesteld.

Vanaf de zomer van 2022 zijn de faculteiten gestart met het aanstellen van medewerkers op de voor de universiteit beschikbare UD-posities.

Tabel 5.1.2 Aanstellingen op de beschikbare UD-posities

Deelplan

Beoogd aantal posities structureel*

Op Sectorplanmiddelen aangesteld in 2022

 

(Fte UD)

(Fte UD)

SW

17,4

1,8

GW

16

 6,0

SSH-breed

9,6

2,8 

Totaal Tilburg University

43

10,6

   

*) Bron: ‘Sectorplannen 2022 Social Sciences and Humanities’, 5 november 2022, p. 26

Vanwege de doorlooptijd van vacatures wordt het effect van de investeringen op het aantal (vaste) UD-posities pas in de loop van 2023 zichtbaar. De effecten op de doorstroom naar UHD worden eveneens pas later zichtbaar.

6. Kennisveiligheid

Over het beleid ten aanzien van kennisveiligheid wordt in de risicoparagraaf van dit jaarverslag inhoudelijk verslag gedaan. Het Bestuursakkoord bevat enkele specifieke afspraken over dit onderwerp waarover onderstaand verslag wordt gedaan:

  • Instellingen dienen een portefeuillehouder kennisveiligheid op bestuursniveau in te stellen: voor Tilburg University is de voorzitter CvB portefeuillehouder;

  • Instellingen dienen een risicoanalyse kennisveiligheid uit te voeren: Tilburg University is eind 2022 gestart met de risico-inventarisatie inzake kennisveiligheid. Deze risicoanalyse wordt in het eerste kwartaal van 2023 afgerond. Het SB wordt over de uitkomsten hiervan geïnformeerd;

  • De sector brede externe audit (die gepland stond voor eind 2022) wordt eerste helft 2023 uitgevoerd, een afgevaardigde van Tilburg University participeert in de klankbordgroep van deze audit.

Lees ook